
Warmte
Binnen de REKS werken we aan een vervolg op de Regionale Structuur Warmte (RSW) uit 2019. In de RSW geven we invulling aan de overgang van aardgas (in huis) of steenkool (in de Amercentrale) naar duurzame alternatieven voor koken en het verwarmen van water, woningen en gebouwen. Denk bijvoorbeeld aan warmte uit bodem en water of restwarmte uit de industrie. De overstap op duurzame warmtebronnen noemen we de warmtetransitie.
Warmtevraag
De totale warmtevraag van Hart van Brabant voor woningen en andere gebouwen is 10.528 TJ (peiljaar 2018). We willen in 2030 20 tot 30 procent van de woningen geïsoleerd hebben, waardoor de vraag naar warmte vermindert. In de Regionale Structuur Warmte zoeken we naar duurzame warmteoplossingen om aan de toekomstige vraag naar warmte te voldoen.
De gemeenten brengen de mogelijkheden en voordelen van het isoleren van gebouwen op diverse manieren onder de aandacht. Kijk voor meer informatie onder Energiebesparing.
Warmteaanbod
Het warmteaanbod in de regio Hart van Brabant bestaat uit verschillende bronnen. Van biogas tot elektrisch verwarmen en restwarmte uit de industrie en van geothermie (aardwarmte) tot thermische energie uit afval- of oppervlaktewater. Niet elke bron kan overal in de regio worden ingezet omdat niet alle vormen van warmte even vervoerbaar zijn.
Amercentrale en warmtenet
Dertig jaar geleden hebben de energiebedrijven van de gemeenten Breda en Tilburg het (publieke) Amernet aangelegd, de zogenaamde stadsverwarming. De Amercentrale in Geertruidenberg is een elektriciteitscentrale. Een belangrijk deel van de Nederlandse elektriciteit wordt daar opgewekt. De restwarmte die daarbij vrijkomt wordt gebruikt voor het verwarmen van circa 51.000 woningen, waarvan 29.000 woningen in de regio Hart van Brabant, en enkele honderden bedrijven in Breda, Dongen, Heusden, Oosterhout, Tilburg en Waalwijk.
De Amercentrale wekt zijn energie op dit moment op met biomassa en voor een klein deel steenkool. De ambitie is om in 2024 volledig van steenkool af te zijn. Ook is het de bedoeling om te stoppen met biomassa en het warmtenet volledig van duurzame warmte te voorzien, bijvoorbeeld met geothermie en restwarmte uit de industrie.
Wat is er al gedaan?
We hebben alternatieven voor aardgas en de warmtevraag onderzocht. Op basis daarvan worden verschillende denkrichtingen uitgewerkt, die moeten leiden tot de ontwikkeling van een nieuwe Regionale Structuur Warmte, de RSW 2.0.
Elke gemeente heeft verder een Transitievisie Warmte opgesteld. De resultaten van de nieuwe Regionale Structuur Warmte zullen dienen voor het bijstellen van de Transitievisies Warmte of als input voor de wijkuitvoeringsplannen, die de Transitievisie Warmte opvolgen. Andersom worden de gemeentelijke transitievisies gebruikt voor een verfijning van de Regionale Structuur Warmte.
Wat staat er nog te gebeuren?
In 2023 levert Regio Hart van Brabant de RSW 2.0 op, waarin onder andere de verdere ontwikkeling van mogelijke duurzame warmtebronnen en de mogelijkheden en effecten van een regionaal warmtenet aan de orde komen. Denk bij andere warmtebronnen bijvoorbeeld aan geothermie (aardwarmte) en aquathermie (warmte uit water). Tegelijkertijd blijven we inzetten op isoleren. We willen in 2030 20 tot 30 procent van de woningen geïsoleerd hebben.