Sinds kort versterkt Daisy Rycquart het team van de Regionale Energie- en Klimaatstrategie (REKS) binnen Regio Hart van Brabant als strategisch adviseur. Ze brengt ervaring mee uit een onverwachte hoek: de binnenvaart. Ze vertelt ons over haar achtergrond, haar eerste indrukken van de regio en haar visie op de uitdagingen van de energietransitie.

Welkom, Daisy! Om te beginnen: wie ben je en wat kom je doen bij het REKS-programma?
“Ik ben Daisy Rycquart, Vlaming van oorsprong maar inmiddels al jaren woonachtig in Tilburg. Ik ben in september gestart als strategisch adviseur om de regio te ondersteunen in de uitvoering van de Regionale Energie- en Klimaatstrategie. Mijn rol is vooral om strategisch mee te denken en te verbinden, zowel binnen de regio als buiten de regio.”
Je achtergrond ligt in de scheepvaart. Hoe kwam je daar terecht en wat neem je daarvan mee?
“Klopt, ik ben er eigenlijk ingestruikeld. Mijn roots liggen in de binnenvaart met ouders, grootouders, overgrootouders die allemaal schippers waren. Ik ben in de binnenvaartsector begonnen als beleidsadviseur en uiteindelijk directeur van een coöperatie geworden. Daar was ik veel bezig met innovatie en vergroening, en vertegenwoordigde ik ondernemers in overleg met beleidsmakers op lokaal, regionaal en Europees niveau. Die brugfunctie tussen beleid en praktijk neem ik nu mee.”
Zie je parallellen met het werk hier?
“Enorm veel! Bij de coöperatie probeerde ondernemers duidelijk te maken dat er een democratisch vastgestelde Europese Green Deal was. Maar uiteindelijk moet zo’n ondernemer het wel zelf uitvoeren. Hier in de regio geldt hetzelfde. We hebben samen de REKS geschreven en we gaan die uitdaging aan, maar in de uitvoering heeft elke gemeente eigen beslissingsbevoegdheid. Dat betekent dat je maatwerk moet leveren. Een one size fits all solution bestaat niet.”
De regio heeft zich ambitieuze doelen gesteld richting 2030. Hoe kijk jij daar tegenaan?
“2030 is een belangrijke tussenstap op weg naar 2050. Het is belangrijk om te werken met mijlpalen, maar als je zo’n tussenstap niet volledig haalt, betekent dat niet dat je gefaald hebt. Het gaat om bijsturen, leren en blijven bewegen. De energietransitie is simpelweg te groot om in rechte lijnen te verlopen.”
Wat zijn je eerste indrukken van de regio en het REKS-programma?
“Het valt me op hoe professioneel het is georganiseerd en hoeveel motivatie er is. Iedereen die ik tot nu toe sprak, is enorm gedreven. Tien jaar geleden was de energietransitie nog nauwelijks een gespreksonderwerp. In de tijd dat ik in de scheepvaart begon, dacht iedereen: ‘dat is voor mijn kinderen of kleinkinderen.’ Nu zie je dat elke gemeente duurzaamheidsadviseurs in dienst heeft. Dat vind ik hoopgevend: er beweegt veel, ook al zie je dat niet altijd direct van buitenaf.”
Waar liggen volgens jou de grootste uitdagingen?
“Een belangrijke uitdaging is meer samenhang creëren. We zeggen dat we als één regio optrekken, maar in de praktijk werken we soms nog versnipperd. Dat is een logisch gevolg van de autonomie van gemeenten, maar ze kunnen elkaar wel versterken. Ook ontbreekt volgens mij soms het gevoel van eigenaarschap. ‘De REKS’ wordt dan als een entiteit gezien waar je van alles op af kunt schuiven, maar het is niet meer dan een strategie. De REKS, dat zijn wij uiteindelijk zelf. Dat besef helpt om verantwoordelijkheid te nemen.”
Hoe zie je de rol van de regionale samenwerking?
“De energietransitie kan je niet binnen de grenzen van negen gemeenten realiseren; het vraagt om samenwerking over grenzen heen, met netbeheerders, woningcorporaties, bedrijven en inwoners. De kracht van deze regio is dat er al sterke organisaties zijn, zoals Regio Hart van Brabant en Midpoint Brabant. Midpoint kan de schakel vormen tussen beleidsdoelen en de praktijk van bedrijven. Daar moeten we zeker gebruik van maken.”
De REKS omvat niet alleen energie, maar ook klimaat. Hoe kijk jij naar dat bredere perspectief?
“Dat vind ik heel logisch. De energietransitie gaat vooral over mitigatie: het voorkomen van uitstoot. Klimaatadaptatie, dus omgaan met de gevolgen van klimaatverandering, leeft nog minder. Met initiatieven als het Regionaal Klimaatfonds, dat gefinancierd wordt vanuit de energietransitie, pakken we de twee thema’s samen en pionieren we als regio.”
Wat hoop je over vijf jaar bereikt te hebben?
“De middelen zijn er, de juiste partijen zitten aan tafel. Alles ligt er om onze doelen te kunnen verwezenlijken. Tegelijkertijd is het een illusie dat je de energietransitie binnen de grenzen van negen gemeenten kunt verwezenlijken. Ik hoop daarom dat er dan nog meer samenhang is tussen de gemeenten én dat we meer over regiogrenzen heen samenwerken.”
Wat is daarbij je belangrijkste boodschap?
“Als we in de jaren zestig op de maan konden landen, kunnen we toch ook een energietransitie stapsgewijs verwezenlijken? Zonnepanelen, windmolens en batterijen klinken misschien nieuw en spannend, maar technisch gezien is het bewezen. We bedenken hier geen nieuwe dingen. Het systeem is nieuw, maar de techniek niet.”
Tot slot, wat geeft jou persoonlijk energie in dit werk?
“Het verbinden van losse puzzelstukken tot een geheel. Helderheid scheppen in complexe vraagstukken en mensen meenemen in een verhaal. Daar krijg ik echt energie van, of dat nu is in mijn rol hier of wanneer ik als moderator of spreker op een podium sta. En natuurlijk de overtuiging dat we samen werken aan iets wat groter is dan onszelf.”
Kijk voor meer informatie over de Regionale Energie- en Klimaatstrategie op regio-hartvanbrabant.nl/REKS.